Aanpak discriminatie door de overheid moet daadkrachtiger en structureel

De Staatscommissie tegen Discriminatie en Racisme roept de Nederlandse overheid op tot een proactieve en structurele aanpak van discriminatie in de publieke dienstverlening. In een briefadvies aan de Tweede Kamer en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) benadrukt de commissie dat discriminerend overheidshandelen een schrijnend probleem is dat niet alleen de rechtsstaat ondermijnt, maar ook schadelijke gevolgen heeft voor individuen en de samenleving. Momenteel wordt er vooral reactief opgetreden, omdat veel overheidsorganisaties onvoldoende grip en inzicht hebben in de effecten van hun handelen. Dit blijkt uit het advies van de Staatscommissie.

Het verbod op discriminatie, verankerd in artikel 1 van de Grondwet, wordt in de praktijk onvoldoende nageleefd door de overheid zelf, zo stelt de staatscommissie. De recente situaties bij onder meer de Landelijke Stuurgroep Interventieteams en DUO zijn slechts het topje van de ijsberg. “Discriminatie is geen incident, maar een structureel probleem binnen de overheid,” aldus de commissie. Het afgelopen jaar heeft de commissie een pilot met de ‘Discriminatietoets Publieke Dienstverlening’ (DPD), uitgevoerd met de gemeente Arnhem, DUO en de Douane. Met deze toets kunnen overheidsorganisaties zelf nagaan welke processen en praktijken risico’s vormen op discriminatie in hun dienstverlening.

Politieke verantwoordelijkheid: woorden doen ertoe

De commissie benadrukt dat politici en bewindspersonen een sleutelrol spelen in het voorkomen van discriminerend overheidshandelen. Uitspraken en keuzes van politici hebben direct invloed op hoe de uitvoering van publieke diensten plaatsvindt. “Wanneer politici en bewindspersonen impliciet of expliciet discriminatoire uitspraken doen over groepen in de Nederlandse samenleving, draagt dit bij aan het beeld dat het gerechtvaardigd is om mensen ongelijk te behandelen” onderstreept de commissie in haar advies. Ongelijke behandeling van mensen door de overheid leidt naast persoonlijke schade bij getroffenen ook tot maatschappelijke schade. De hersteloperatie na de toeslagenaffaire kostte al negen miljard euro. Zonder structurele hervormingen zullen nieuwe grootschalige compensatieoperaties volgen, waarschuwt de commissie.

Drie concrete adviezen voor verandering

De commissie formuleert drie centrale aanbevelingen voor een betere aanpak van discriminatie in publieke dienstverlening. In de eerste plaats moeten publieke dienstverleners en gemeenten zelf actief analyseren welke processen en praktijken risico’s op discriminatie met zich meebrengen en deze gericht aanpakken. De Discriminatietoets Publieke Dienstverlening – die is ontwikkeld door de Staatscommissie – biedt daarvoor concrete handvaten. Daarnaast adviseert de commissie met klem de rijksoverheid, en met name de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, een overkoepelend plan te ontwikkelen om discriminatie in publieke dienstverlening structureel aan te pakken. Dit kan onderdeel worden van bestaande beleidsprogramma’s zoals ‘Werk aan Uitvoering’. Ten slotte moeten Kamerleden en bewindspersonen het goede voorbeeld geven door risico’s op discriminatie serieuzer te betrekken bij wetgeving en beleid. Dit begint bij het serieus nemen van aangereikte aanbevelingen en deze daadwerkelijk een plek geven binnen beleid. Bovendien moeten zij verantwoordelijkheid nemen voor een cultuur waarin transparantie en leren centraal staan, in plaats van het afrekenen van publieke dienstverleners waar discriminatie speelt.

Aanbieding aan minister-president

Donderdag 13 februari biedt de Staatscommissie een voortgangsrapportage - waarin gedetailleerd wordt ingegaan op de lessen en ervaringen uit de pilot met de Discriminatietoets Publieke Dienstverlening – aan minister-president Dick Schoof aan. Daarnaast werkt de commissie aan een variant van de toets voor beleidsmakers en verkent of een pilot met de discriminatietoets op Caribisch Nederland kan plaatsvinden.